Op 10 januari 2009 heeft de Plantenwerkgroep haar onderzoek op de Hooge Heide afgesloten met een wandeling. Aan het einde van de wandeling heeft Jan Maassen van de plantenwerkrgoep het rapport overghandigd aan Tjeerd van Tol (ecoloog van de gemeente 's-Hertogenbosch). De Hooge Heide ligt ten Oosten van Rosmalen.
Dit gebied kenmerkt zich door bossen, open terreinen met heide en zandverstuivingen. De open terreintjes zijn heel belangrijk voor de natuur omdat daar veel gradiënten op korte afstand voorkomen.
De open terreintjes zijn de afgelopen periode ernstig vergrast met pijpestrootje en struisgras. Daarom zijn er herstelmaatregelen gepland om de van oorsprong aanwezige stuifzandjes en heischrale graslandjes weer terug te brengen in het gebied. De plantenwerkgroep heeft op verzoek van de gemeente een heel aantal open terreintjes verkend en de gegevens in een rapport vastgelegd.
Historie
Gelegen op dekzandrug tussen Rosmalen en Oss. Tweedeling is te maken tussen een lager en een hoger gelegen deel. Lagergelegen deel is van oorsprong het beste geschikt voor landbouw.Bestaande wegen door dit gebied vormde de basis voor ontginning. De eerste boeren vestigden zich langs deze bestaande wegen. Vandaar uit werd er vanuit iedere boerderij steeds meer percelen ontgonnen. Hierdoor ontstond het onregelmatig verkavelde kampenlandschap, dat nu nog te herkennen is (aan noordkant van Oude Baan). De akkers rond de boerderij werden uitgerasterd voor het vee door aanplant van houtwallen op de perceelranden. Door opbrengen van mest en plaggen op deze percelen rond de boerderij zijn plaatselijk verhoogde percelen/akkers ontstaan met verrijkte grond.Het vee werd geweid op de hogere gelegen gronden. Deze zogenaamde Woeste gronden waren voor algemeen gebruik. Maar de grond werd hierdoor nog armer. Met als gevolg dat gebieden steeds minder geschikt werden voor begrazing en er stuifzanden ontstonden. Later zijn dennen op de hogere delen geplant om zand vast te houden en voor houtproductie. Is basis voor nu aanwezige bos.
“De open terreindelen liggen nu als eilandjes in een zee van dennen.”