Vrijdag 31 januari 2020.
De dag kon niet meer stuk …….. 29 ransuilen!
Tijdens de geslaagde excursie naar de Kraaijenbergse Plassen werden alweer driftig plannen gesmeed door Henk en Eef voor een zoektocht naar ransuilen in de Loonse en Drunense Duinen. Op 31 januari toog met hen een aantal uilenvrienden van de Vogelwerkgroep richting het Loonse Zand. Na het gebod ‘ons niet te opzichtig te gedragen’ slopen we het bos in. Het was gelukkig een beetje grauw, zelfs tikkie druilerig weer dus dat kwam ons niet slecht uit onder geziene omstandigheden.
Binnen afzienbare tijd slaakte numero één van de vogelaars al een vreugdekreet: “Ik zie er één”. En inderdaad na lang turen en de vage omschrijvingen van de ander proberen te begrijpen, weer een kans voor een mooie IVN cursus ;), zagen hoe langer hoe meer vogelaars een tak of mastendol (dialect: dennenappel) niet langer voor een tak of mastendol aan maar voor een ransuil. Er ging een wereld voor ons open toen we steeds meer ransuilen ontdekten in de hoge dennen. Zelfs de beginnende vogelaar (Tineke) kon haar lol niet op: ze zag niet alleen voor het eerst van haar leven één uil …… sterker nog ze zag er 29!
Hierna hebben we nog een bezoekje gebracht aan het nabijgelegen gebied De Leemputten of ook wel Leemkuilen genoemd. Hans wist een goede plek waar we over de plassen konden kijken. Naast soorten als aalscholver, fuut, blauwe reiger en grote zilverreiger, wilde eend, kuifeend en tafeleend zagen we ook de wintertaling. Na een stukje lopen langs de plas kwamen we bij een weiland met maar liefst 450 toendrarietganzen, zeldzame wintergasten die broeden in het noorden van Europa en Azië. Een mooie afsluiting van een prachtige vogelochtend.
Eef en Henk