De jaarlijkse nachtvlindernacht van de Vlinderstichting stond dit jaar gepland op vrijdag 6 september, laat in het jaar met als voordeel dat het vroeg donker is.
Met het weer zaten we precies op de omslag van (heel) warm naar wisselvallig. In de middag had het nog geregend, maar ’s-avonds was het droog. Op veel plaatsen was het redelijk goed nachtvlinder-weer met weinig wind, maar bij ons (stapstenen Groote Wetering) hadden we last van mistflarden.Het maakte dat alles nat werd en het zicht was af en toe zeer beperkt. Ongeveer 12 uur hebben we alles al afgebroken. Maar met een aardige afvaardiging van onze werkgroep en enkele gasten hebben we toch een mooie avond gehad.
Op zo’n avond, waarop iedereen kan komen kijken, hoop je altijd op Pijlstaarten. Het zijn grote, spectaculaire nachtvlinders. Maar, hoewel we weten dat hier verschillende soorten voorkomen, heeft geen van deze groep zich deze avond laten zien. Een week later betrapte ik wel een ongeveer volgroeide rups van het Groot avondrood, knabbelend op de laatste resten van een Wilgenroosje. Aan de rups is ook te zien waar de naam pijlstaarten vandaan komt: ze hebben een hoornachtige stekel op het achterlijf.
Maar gelukkig bleef het laken niet leeg: alles bij elkaar hadden we tegen de 30 soorten macro- en microvlinders, naast o.a. mugjes, vliegjes, schietmotten en minder leuk, een 30-tal Hoornaars. De Hoornaar is de grootste wesp van Nederland. Hij is niet erg agressief, maar kan wel gemeen steken als hij in het nauw komt. Met een groep mensen hier om heen is dat niet prettig, dus zijn ze weggevangen en dienen een aantal exemplaren nu de wetenschap in de collectie van Natuurmuseum Brabant in Tilburg.
We hebben vlinders van verschillende families gezien: van de familie spanners was er de Lieveling, de Iepentakvlinder, de Appeltak en de Witte grijsbandspanner; de uilenfamilie werd vertegenwoordigd door de Witstipgrasuil, Zwarte c-uil, Vierkantvlekuil, Huismoeder en de Breedbandhuismoeder, Piramidevlinder, Koperuil, Haarbos, Groente-uil, Agaatvlinder, Gamma-uil, Egale stofuil en de Spurrie-uil. Verder waren er eenstaartjes: Gele eenstaart, Beukeneenstaart en de Braamvlinder; en van de spinneruilen: de Kleine beer, Bruine snuituil en de Boogsnuituil.De aanwezige micro-vlinders waren de Waterlelievlinder, de Triangelmot, de Vuurmot en de Krabbenscheermot.
Geen van allen zeer bijzondere soorten, maar toch een mooie afvaardiging van verschillende families. De Koperuil met zijn prachtige metallic-groene glans, de snuituilen met hun lange palpen, de mooie gele Iepentakvlinder en de groene Appeltak. Wanneer je ze goed kunt bekijken zijn er prachtige beestjes bij!
Louise heeft weer alle waarnemingen verzameld en doorgegeven aan de Vlinderstichting.
Op onze site www.ivn-s-hertogenbosch.nl staat een complete lijst van nachtvlinders die de afgelopen jaren gezien zijn bij ‘onze natuurgebieden’, Groote Wetering.